Wij hebben er allemaal nog herinneringen aan: overvolle en loodzware rugzakken waarmee wij naar school moesten. Op een lange dag moest je niet alleen vroeg uit bed, maar zeulde je al gauw zo'n 10 kilogram mee. En dan moest je nog terug naar huis.
Al sinds ik mij kan herinneren - oftewel ruim twintig jaar, maar vast al lang daarvoor - zijn zware schooltassen een onderwerp van debat. Rugklachten, soms met levenslange gevolgen, vormen een belangrijk onderdeel van deze discussie.
Iedereen is het er wel over eens dat lichtere rugzakken wenselijk is. Alleen de vraag blijft: hoe?
En misschien nog belangrijker: zijn papieren boeken nog wel van deze tijd?
Alle schoolboeken dan maar digitaal?
Onze samenleving is zeer sterk gedigitaliseerd en men kan tegenwoordig geen middelbare school meer binnenlopen zonder dat je leerlingen en docenten achter een laptop ziet zitten.
Wat zijn enkele nadelen van papieren schoolboeken?
- Ze zijn zwaar
- Leerlingen vergeten gemakkelijk hun boeken mee te nemen
- We moeten jaarlijks enorm veel bomen kappen
Dat laatste punt is de laatste jaren alleen maar erger geworden. Toen ik begin deze eeuw nog op de middelbare school zat - kregen we aan het begin van het jaar onze boeken van het boekenfonds en aan het einde van het jaar leverden wij die gewoon weer in. Klaar voor gebruik voor de volgende lichting.
Vandaag de dag krijgt elk jaar haar eigen set boeken mee, die aan het einde doodleuk in de prullenbak belanden. Deze verspilling is vanzelfsprekend slecht voor zowel het milieu en de portemonnee van ouders en scholen.
Moeten we dan alles maar op de laptop doen?
Niet perse.
Liever geen laptop?
Hoewel laptops uitermate handig zijn voor allerhande taken. Passen zij wellicht niet goed bij het onderwijs.
Allereerst zijn laptopschermen vrij fel. Als alternatief zou ik willen pleiten voor het gebruik van e-readers ter vervanging van papieren schoolboeken. De technologie van e-paper is veel fijner voor onze ogen dan tablets en laptops.
Voor schriften bestaat er een vergelijkbaar alternatief: digitaal papier. Met deze technologie kunnen leerlingen met de hand aantekeningen maken. Scheelt weer een hoop schriften - en dus een hoop bomen.
Digitaal papier is verkrijgbaar in verschillende merken zoals reMarkable en Sony.
Is dit wel zo duurzaam?
Alleen vervangen we zo niet enkel het ene probleem met het andere?
Zowel e-readers als digitaal papier vereisen allerlei grondstoffen, die ergens uit de grond gehaal moet worden - en niet zelden gaat dit gepaard met aanzienlijke milieuvervuiling. Vervolgens moeten we deze apparaten zowel maken als transporteren. Wat allemaal weer flink wat energie kost.
Hier staat tegenover dat we elke brugklasser nu twee apparaten hoeven te geven waarmee zij vier à zes jaar mee werken. En als we kiezen voor hoogwaardige producten met een lange levensduur, kunnen zij deze mee nemen naar een vervolgopleiding.
Leerlingen die om wat voor reden dan ook liever het apparaat willen inleveren aan het einde van de middelbare school of MBO, dat moeten we vooral aanmoedigen. Zo kunnen we een nieuwe lichting leerlingen blij maken met een refurbished apparaat.
We moeten dus de milieu-impact van een eenmalige aanschaf van een e-reader en digitaal papier afwegen tegen de totale kosten van boeken en schriften over vier tot zes jaar.
En waar digitale apparaten gewoon hergebruikt kunnen worden, moeten we boeken en schriften via een complex proces recyclen,
Doorbreek het oligopolie op schoolboeken
Als we digitalisering van schoolboeken serieus overwegen, biedt dit eveneens de gelegenheid om de manier waarop wij lesmateriaal ontwikkelen. Traditioneel hebben een handjevol uitgeverijen in dit land hierop een oligopolie.
Aangezien wij leerplicht hebben en schoolboeken een gegarandeerde afzet hebben, zijn schoolboeken vrij duur.
Echter digitalisering biedt nieuwe mogelijkheden voor de ontwikkeling van lesmateriaal. Docenten kunnen zelf hun eigen materiaal maken en deze via een online platform met elkaar uitwisselen.
Dit model staat bekend als Open Educational Resources (open leermiddelen in het Nederlands) en gaat uit van het idee dat lesmateriaal een gemeenschappelijk good is.
Leraren die actief lesmateriaal ontwikkelen, verdienen uiteraard een fatsoenlijke vergoeding voor hun inzet. Niettemin kunnen we het geld wat wij als samenleving besparen op een meer constructieve manier besteden.